Een extra opvoeding
De Rooi Pannen was meer dan een school. Voor Bob voelde het als een tweede thuis, waar discipline, structuur en persoonlijke aandacht centraal stonden. “Je mocht tijdens schooluren niet naar de kapper of tandarts en de docenten wisten alles van je. Het was streng, maar rechtvaardig. En het was precies wat ik nodig had.”
Vooral de praktijkdocenten maakten een diepe indruk. “Dat waren mensen uit het werkveld. Geen standaard leraren, maar echte vakmensen met passie. Ze werden klankborden, praatpalen, buddy’s. Ze hielpen je niet alleen op vakinhoud, maar ook bij het vinden van richting.”
Die betrokkenheid werkte aanstekelijk. “Zelfs de economieleraar en de leraar Duits doken in de horecawereld, zodat ze snapten wat jij als student nodig had. Dat voelde als erkenning. Je werd echt gezien.”
De start van een betekenisvolle loopbaan
Na zijn afstuderen in 1987 stond Bob voor een moeilijke keuze: elders in dienst gaan of het noodlijdende familiebedrijf in Veghel proberen te redden. Hij koos voor het laatste. “Mijn ouders hadden een restaurant, maar dat stond flink onder water. Mijn vader was een goede chef, mijn moeder deed de administratie. Ik nam de voorkant van het bedrijf voor mijn rekening. We begonnen opnieuw, met elf mensen.”
Van partycatering en restaurants groeide het bedrijf onder Bobs leiding uit tot een van de meest innovatieve spelers in de foodservice. “We gingen over op bedrijfscatering, daarna kwam de zorgcatering erbij. Maar we wilden ook méér doen. We richtten een bakkerij op voor dove en slechthorende medewerkers, startten de Verspillingsfabriek en zetten in op mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.”